Voorlopige voorziening, basis
Leer een voorlopige voorziening op verantwoorde, systematische en praktische wijze te beoordelen
Om een verzoek om voorlopige voorziening goed te kunnen beoordelen is kennis van de wettelijke mogelijkheden én een praktische attitude vereist. Aan de hand van wet, literatuur en jurisprudentie wordt een basis gelegd om verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening op verantwoorde, systematische en praktische wijze te beoordelen.
In deze cursus wordt niet (specifiek) ingegaan op de voorlopige voorziening in het vreemdelingenrecht.
Doel
Het verschaffen van inzicht in het verloop van de voorlopige voorzieningenprocedure en de daarop betrekking hebbende jurisprudentie.
Doelgroep
Rechters, raadsheren, stafjuristen en gerechtsjuristen die zich met voorlopige voorzieningen (gaan) bezighouden. De cursus is bedoeld voor deelnemers met weinig tot geen ervaring met voorlopige voorzieningen.
Inhoud
Besproken worden de bepalingen van Titel 3 van Hoofdstuk 8 van de Awb. Aandacht zal worden besteed aan de bevoegdheid van de voorzieningenrechter en de ontvankelijkheid van het verzoek. Verder komt de wijze waarop de rechter het verzoek beoordeelt aan de orde. De voorlopige rechtmatigheidstoets wordt daarbij besproken, alsmede de belangenafweging. Stilgestaan wordt voorts bij de uitspraakmogelijkheden en de mogelijkheid van kortsluiting (artikel 8:86 Awb). Ook de opheffing of wijziging van een voorlopige voorziening (artikel 8:87 Awb) komt in de cursus voorbij.
Opzet
De cursus bestaat uit twee aaneengesloten dagdelen. Inleidingen worden steeds afgewisseld met casusbehandeling en stellingen. Voorts is er veel aandacht voor de praktijk en is er volop gelegenheid voor discussie en het uitwisselen van praktijkervaringen.
Voorkennis
Van jou wordt verwacht dat je beschikt over de nodige kennis van de Awb.
Uitvoeringen
Kosten:
Voor leden ZM (2025): € 140,00