Themamiddag art. 13b Opiumwet
Wanneer is een sluiting noodzakelijk en wanneer zijn er bijzondere omstandigheden van sluiting afgezien had moeten worden?
-
1dagdeel
Steeds vaker komen er schrijnende zaken in de media waarbij woonhuizen door burgemeesters gesloten worden en gezinnen met kinderen uit huis geplaatst worden vanwege drugsactiviteiten. Maar wanneer is een sluiting noodzakelijk en zijn er bijzondere omstandigheden te duiden waardoor eigenlijk van sluiting afgezien had moeten worden. Tijdens deze themabijeenkomst zullen deze vragen aan de orde komen.
Doel
Na afloop van de themamiddag heeft u uw kennis van en inzicht in art. 13b Opiumwet vergroot en kunt u besluiten waarbij een burgemeester tot sluiting op grond van art. 13b overgaat beter beoordelen.
Doelgroep
Leden zittende magistratuur, gerechtsauditeurs, stafjuristen en juridisch medewerkers.
Inhoud
Door het bespreken van jurisprudentie en discussie gaan de docenten in op de volgende drie hoofdthema’s:
1. Bevoegdheid burgemeester
- Karakter van de bevoegdheid
- Wanneer is er sprake van een handelshoeveelheid die duidt op handel en wanneer heeft de burger een helder en consistent verhaal dat aantoont dat de aangetroffen drugs voor eigen gebruik zijn?
- Relatie tussen de overtreding en het te sluiten pand.
2. Toepassing van de bevoegdheid
- Noodzakelijkheid van de sluiting
- Wanneer zijn er bijzondere omstandigheden die sluiting onevenredig maken? (Verwijtbaarheid verhuurders, aanwezigheid minderjarige kinderen, tijdsverloop, etc.).
3. Verruiming van de bevoegdheid per 1 januari 2019.
Voorkennis
Van u wordt verwacht dat u enige kennis en ervaring heeft met art. 13b Opiumwet.
Docenten
-
mw. mr. Annelies Binnema
Jurist
-
mevrouw Michelle Bruijn
Docent — Rijksuniversiteit Groningen (RUG)