Bijzondere bijstand
Krijg inzicht in de individuele en categoriale bijzondere bijstand zoals wettelijk vastgelegd in art. 35 Participatiewet
Geschillen over de individuele bijzondere bijstand zijn talrijk. Interessante zaken in dit verband kenmerken zich vaak door de ‘soort’ van de kosten. Verder valt op dat het college van burgemeester en wethouders vaak meent dat bij de beoordeling van aanvragen het college beoordelingsvrijheid of beleidsvrijheid toekomt, terwijl het verlenen van bijzondere bijstand juist een gebonden bevoegdheid is.
Voor het beantwoorden van de vraag of sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten dient de bestuursrechter zich in volle omvang een oordeel te vormen en is daarbij niet gehouden aan mogelijk opgestelde beleidsregels.
Gelet op de gronden die rechtzoekende burgers aanvoeren, blijkt ook dat er veel misverstanden lijken te bestaan over de vraag wanneer het college nu precies gehouden is om bijzondere bijstand te verlenen. Wat het beoordelen van geschillen niet eenvoudiger maakt, is dat veel gemeenten buitenwettelijk begunstigend beleid hanteren. Artikel 35 Participatiewet (Pw) is de wettelijke grondslag voor het verlenen van individuele en categoriale bijzondere bijstand.
Doel
Na het volgen van deze cursus ben je bekend met:
- de juridische (beoordelings)kaders
- de wijze van toetsing
- de belangrijkste jurisprudentie
Je kunt deze onderwerpen beschrijven en in de praktijk toepassen. Daarnaast ben je in staat de juistheid te beoordelen van een bestreden besluit.
Doelgroep
De cursus is bedoeld voor rechters, raadsheren, gerechtsjuristen, juridisch adviseurs en gerechtsauditeurs die met de behandeling van bijstandszaken zijn gestart of binnenkort zullen gaan starten.
Inhoud
De inhoud van de cursus is gebaseerd op de wettelijke structuur en behandelt daarom eerst de algemene voorwaarden van het recht op (bijzondere) bijstand. Veel procedures gaan over de voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 5 aanhef en onder e, en artikel 15 Pw.
Daarna komt de beoordeling van de aanvraag op grond van artikel 35 Pw aan bod. Allereerst moet de aanvraag tijdig zijn ingediend. Op systematische wijze komen de vier vragen aan bod die in artikel 35 lid 1 Pw liggen besloten. Dat gebeurt mede aan de hand van kostensoorten die zich in de rechtspraak frequent voordoen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kostensoorten die als algemeen voorkomende noodzakelijke kosten van het bestaan worden aangemerkt en kostensoorten die daar niet onder vallen. Hoewel het recht op bijzondere bijstand is vastgesteld, kan het toch zijn dat de aanvrager de kosten zelf moet dragen op grond van de zogeheten draagkrachtregels. Na de vaststelling van het recht kan het college overgaan tot het vaststellen van de hoogte en pas daarna in welke vorm de bijzondere bijstand dient te worden verleend. De Pw kent daarvoor een limitatief stelsel.
Opzet
De cursus bestaat uit een (online) dagdeel (middag). Inleidingen worden afgewisseld met stellingen en korte casusposities. Binnen het programma is voldoende ruimte voor het stellen van vragen en het voorleggen van eigen praktijksituaties.
Voorkennis
Voor het volgen van deze cursus verwachten we dat je over basiskennis van de Pw beschikt. Mocht je daar (nog) niet over beschikken dan raden we aan om eerst de introductiecursus Participatiewet (BRRRWWEB) te volgen.
Uitvoeringen
Kosten:
Voor leden ZM (2024): € 115,00