Scheiden van ongehuwd samenlevende partners – SSR
Cursussen / Personen- en familierecht / Echtscheiding - relatievermogensrecht / Scheiden van ongehuwd samenlevende partners

Scheiden van ongehuwd samenlevende partners

Over vermogensrechtelijke vraagstukken van ongehuwd samenlevende partners en hun kinderen

Het Nederlandse gezins- en familieleven heeft in de afgelopen decennia de nodige veranderingen ondergaan. Zo zijn moeders in groten getale – veelal in deeltijd – gaan participeren op de arbeidsmarkt en is de actieve betrokkenheid van vaders bij de opvoeding van kinderen gegroeid. Ook in de keuzes voor relatievormen zijn veranderingen te zien. Het aantal huwelijken en geregistreerd partnerschappen van gelijk geslacht is toegenomen. Tegelijkertijd zijn trouwen en geregistreerd partnerschappen steeds minder vanzelfsprekend geworden, terwijl ongehuwd samenwonen in populariteit is toegenomen. Steeds meer ongehuwd samenlevende paren krijgen samen kinderen en een steeds groter deel gaat, ook op den duur, niet meer trouwen. Er zijn ook in deze groep steeds meer scheidingen, die tot de nodige vermogensrechtelijke vraagstukken leiden. Tijdens deze cursus wordt ingegaan op de vermogensrechtelijke aspecten van het scheiden van ongehuwd samenlevende partners.

Doel

Na deze cursus ben je op de hoogte van de vermogensrechtelijke gevolgen van de scheiding van ongehuwd samenwonende partners.

Doelgroep

Deze cursus is bedoeld voor rechters, raadsheren, juridisch adviseurs en gerechtsjuristen.

Inhoud

De volgende onderwerpen komen tijdens deze cursus aan de orde:

  • het wettelijk kader;
  • de juridische vormgeving van een samenwoners-relatie (eenvoudige gemeenschap, (stilzwijgende) samenlevingsovereenkomst, geen overeenkomst);
  • eigendomsvragen / bewijs van eigendom;
  • de kosten van de samenwoning voor de woning en de huishouding;
  • vergoedingsrechten tussen samenwoners;
  • verjaring;
  • een huwelijk (na 1-1-2018) na samenwoning;
  • de natuurlijke verbintenis;
  • ongerechtvaardigde verrijking.

Opzet

De cursus bestaat uit twee dagdelen contactonderwijs op locatie op één dag. Tijdens de ochtend zal de theorie worden behandeld. In de middag passen de cursisten de geleerde theorie toe in een casus die vervolgens met de cursisten zal worden besproken.

Voorkennis

Er wordt van je verwacht dat je de cursus ‘Relatievermogensrecht, basis’ hebt gevolgd of meer dan twee jaar ervaring hebt met zittingen in het relatievermogensrecht.

Uitvoeringen

Kosten:
Voor leden ZM (2024): € 190,00