Aanbod / De strafbaarstelling van het inreisverbod, e-learning

De strafbaarstelling van het inreisverbod, e-learning

Maak kennis met de problemen rond het zwaar inreisverbod (artikel 197 Sr)

Nederland kent geen algemene strafbaarstelling van illegaal verblijf; alleen gekwalificeerd illegaal verblijf is strafbaar. Deze strafbaarheid ontstaat pas na een ongewenstverklaring of de uitvaardiging van een inreisverbod ten aanzien van de illegaal in Nederland verblijvende vreemdeling op basis van artikel 197 Sr. Aanvankelijk kende Nederland alleen de nationale regel van de ongewenstverklaring. De Terugkeerrichlijn uit 2008 introduceerde het Europeesrechtelijke instrument van het inreisverbod.

Doel

Na het volgen van deze e-learning kun je

  • uitleggen wat de strafrechtelijke gevolgen zijn van een ongewenstverklaring en uitvaardiging van het inreisverbod
  • benoemen hoe het straf- en bestuursrecht zich tot elkaar verhouden in het kader van het inreisverbod
  • toelichten hoe de rechter de rechtmatigheid van het inreisverbod toetst
  • beschrijven wat het evidentiecriterium inhoudt

Doelgroep

Deze e-learning is bedoeld voor rechters en gerechtssecretarissen.

Inhoud

In deze e-learning zijn twee webcolleges opgenomen waarin de docent ingaat op de strafrechtelijke consequenties van het zwaar inreisverbod en de beoordeling hiervan. Verder is een artikel opgenomen waarin artikel 197 Sr wordt besproken evenals de vraagstukken die hebben geleid tot het staken van de vervolging van de overtreding van het zware inreisverbod vanwege de Europese en nationale uitspraken die de afgelopen jaren daarover zijn gedaan. In de e-learning is verder een onderdeel over het wettelijk kader en relevante jurisprudentie opgenomen.

Volg direct online

Met je MIJN SSR-account kun je deze module direct kosteloos volgen. Heb je nog geen MIJN SSR-account, neem dan contact op met de SSR-contactpersoon van jouw organisatie. Heb je geen gegevens van de contactpersoon, dan kun je deze opvragen bij SSR Servicedesk. Voor toegang tot MIJN SSR moet je werkzaam zijn binnen de Rechtspraak of het Openbaar Ministerie.