Pensioen en (echt)scheiding, de ondernemer
(Echt)scheiding en pensioen waarbij één van de partners een directeur-grootaandeelhouder is met pensioen in eigen beheer
Deze cursus behandelt echtscheidingen waarbij één van de partners een directeur-grootaandeelhouder (DGA) is en pensioen in eigen beheer heeft opgebouwd.
Pensioenrechten spelen een belangrijke rol bij echtscheiding. Zij vertegenwoordigen vaak een aanzienlijke vermogenswaarde en zijn een bron van (toekomstig) inkomen bij ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid. Het op adequate wijze verdelen van de opgebouwde pensioenrechten is daarom bij scheiding een belangrijk aandachtspunt voor partijen.
Indien er sprake is van pensioen in eigen beheer is de vereveningsgerechtigde ex-partner van de DGA afhankelijk van het beleggingsbeleid van de DGA en de solvabiliteit van een vennootschap die door zijn of haar ex-echtgenoot wordt beheerst. Daarnaast kunnen voor de pensioenberekening noodzakelijke gegevens (zoals salaris, diensttijd, aard van de pensioentoezegging) gemakkelijk worden beïnvloed door de DGA, met de daaraan verbonden potentiële nadelige gevolgen voor de vereveningsgerechtigde ex-echtgenoot.
Deze cursus is gerelateerd aan de cursus Pensioen en (echt)scheiding, algemeen.
Doel
In de cursus zal – aan de hand van de geschilpunten bij scheiding en pensioen in eigen beheer die in de praktijk (kunnen) voorkomen – worden besproken hoe een rechter op deze geschilpunten kan beslissen. De cursus beoogt daarnaast de deelnemer beter toegerust te maken om relevante vragen te kunnen stellen aan partijen of aan een deskundige. Daarnaast wordt uitgelegd hoe een door een deskundige uitgebracht rapport op een correcte en begrijpelijke wijze verwerkt wordt in de beslissing.
Doelgroep
Raadsheren, rechters en gerechtsjuristen werkzaam in de familiekamer/handelskamer. Tevens is deze cursus geschikt voor leden van de belastingkamer.
Inhoud
Onderstaande onderwerpen komen aan de orde:
- de omvang van de te verevenen pensioenaanspraken. De perioden tijdens welke pensioenaanspraken zijn opgebouwd;
- het waarderen van in eigen beheer uitgevoerde pensioenverplichtingen;
- oudedagsvoorzieningen:
- de waardering van een belastingclaim
- de fiscale gevolgen van de verdeling en verrekening;
- met welke dwingendrechtelijke bepalingen die gelden voor de BV moet rekening worden gehouden? De samenhang tussen alimentatie, afwikkeling huwelijksvermogen en pensioen;
- de relevantie van art 19 b Wet LB 1964 (verboden handelingen);
- de gevolgen van een dividenduitkering;
- wanneer kan afstorting van pensioenrechten worden verlangd en wanneer kan dat juist niet worden gevergd?
- bepaling van de omvang van de afstorting. Op welke wijze dient rekening te worden gehouden met de pensioenrechten van de DGA zelf?
- kan conversie worden afgedwongen?
- onderscheid maken tussen de commerciële en fiscale waardering van pensioenverplichtingen;
- de toekomst.
Opzet
Behandeling van de theorie afgewisseld met praktijkgerichte casuïstiek.
Voorkennis
Van de deelnemer wordt verwacht dat de cursus ‘Pensioen en (echt)scheiding, algemeen’ is gevolgd of vergelijkbare kennis aanwezig is.