Strafrechtelijk bewijs
De basisbeginselen van het Nederlands strafrechtelijk bewijsstelsel gedegen en grondig belicht
Boeken zijn vol geschreven over het strafrechtelijk bewijsrecht en de wijze waarop daarmee in de praktijk wordt omgesprongen. Het is dus belangrijk dat je de basis van het bewijsrecht leert kennen om zo te weten waar je moet beginnen. Wat kan dienen als bewijs? Wanneer is er voldoende bewijs? Hoe selecteer en waardeer je de aanwezige bewijsmiddelen in een concrete zaak op juridisch correcte en passende wijze? Wat is de rol van de verdediging, de officier van justitie en de rechter bij de bewijsvergaring? Deze en nog vele andere vragen komen aan bod tijdens deze cursus. Belangrijke wetten over het bewijsstelsel komen ook aan bod.
Doel
Leerdoelen
Na het op actieve wijze volgen van deze leeractiviteit:
- Ken je de verschillende bewijsmiddelen conform art. 338 – 344 Sv;
- Kun je soorten bewijsmiddelen onderscheiden en toepassen in een concrete zaak;
- Ken je de juridische betekenis van verschillende leerstukken over het bewijs zoals bewijsminima, schakelbewijs en het onrechtmatig verkregen bewijs.
Doelgroep
Rechtspraak: raadsheer (in opleiding), rechter (in opleiding), stafjurist en juridisch medewerker.
Openbaar Ministerie: advocaat-generaal, officier van justitie (in opleiding), adjunct-officier van justitie (in opleiding), beoordelaar en beleidsmedewerker.
Deze cursus is in het bijzonder bedoeld voor startende juristen bij het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak en voor sectoroverstappers, die sinds kort (weer) strafzaken behandelen.
Inhoud
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- uitgangspunten van het Nederlands strafrechtelijk bewijsstelsel
- bewijsmiddelen, art. 338 – 344 Sv
- bewijsminimumregels
- selectie en waardering van bewijs en het nemen van een beslissing over de bewijsvraag van art. 350 Sv in eenvoudige strafzaken
- juridisch technische aspecten in het kader van de bewijsbeslissing
Opzet
De cursus bestaat momenteel uit een zelfstudiedag en een dag contactonderwijs. Tijdens de contactdag, zal je kennis opdoen door het bijwonen van een presentatie en het bespreken van casuïstiek en praktijkvoorbeelden. Er is ook voldoende ruimte om vragen te stellen.
Om je goed voor te bereiden op deze cursus, is het belangrijk dat je voorafgaand de digitale zelfstudiemodule Strafrechtelijk bewijs – e-learning (SXRSESRB) doorloopt. Dit is een verplicht onderdeel. Je kunt de module op de cursuspagina op MIJN SSR vinden en je zult er ongeveer 5,5 uur over doen.
Bijzonderheden
Wij adviseren je aansluitend op deze cursus de leeractiviteit Strafrechtelijk bewijs II (SRRMVSBW) te volgen, zodat je je kennis en vaardigheden aangaande het strafrechtelijk bewijsrecht kunt uitbreiden.
Indien je een ervaren strafjurist bent, dan staat het je vrij om deze basiscursus over te slaan en de cursus Strafrechtelijk bewijs II (SRRMVSBW) te volgen. Je hoeft dus niet eerst de onderhavige variant te volgen om deel te nemen aan Strafrechtelijk bewijs II (SRRMVSBW).
Uitvoeringen
Kosten:
Voor leden ZM (2025): € 140,00
Voor leden OM (2025): € 200,00